3.2 Onderwijs en jeugd

Belangrijke gebeurtenissen

Ook in 2021 was voor de jeugd de impact van corona groot. Zij hadden onder andere te maken met schoolsluitingen, digitaal thuisonderwijs, het wegvallen van sport en andere vrije tijdsactiviteiten en steeds wisselende maatregelen. Zowel het onderwijs als andere organisaties betrokken bij jeugd hebben er alles aan gedaan om kwetsbare kinderen/jongeren zo goed mogelijk op te vangen. Dat partijen elkaar goed weten te vinden, wierp zijn vruchten af. Zo werden medewerkers van SRO ingezet in de noodopvang van de basisscholen, verzorgde ABC in de vakanties een uitgebreid programma (zowel stedelijk als in de wijken), organiseerden we onder de noemer City of A een activiteitenaanbod voor jongeren en wisten hulpverleningsorganisaties via beeldbellen en wandelafspraken de ondersteuning aan jongeren te continueren. Snel inspelen op steeds weer wisselende situaties, onderwijs en ondersteuning continueren ondanks krapte en uitval van personeel en elkaar snel weten te vinden bleek cruciaal. Positief gevolg van deze periode is dat de toch al goede samenwerking tussen verschillende organisaties verder is versterkt.
Corona heeft onmiskenbaar geleid tot leerachterstanden. Jonge kinderen hebben geen of beperkt gebruik gemaakt van VVE en niet alle leerlingen kwamen thuis goed tot leren. Kinderen in een kwetsbare situatie werden extra geraakt door de schoolsluitingen. Zorgelijker dan de leerachterstanden zijn de sociaal-emotionele problemen ten gevolge van corona. Met name het voortgezet onderwijs en het mbo geven aan dat veel leerlingen na de lockdown moeite hebben te functioneren in de schoolse setting en niet gemotiveerd zijn. Voor leerlingen in het mbo geldt bovendien dat zijn niet of niet volledig in de beroepspraktijk konden meedraaien.
Omdat bij uitvoeringspartners het afgelopen jaar de focus lag op het primaire proces heeft een aantal projecten vertraging opgelopen. Desondanks is ook aandacht geweest voor nieuwe ontwikkelingen: in de waan van de dag gaf een blik op de toekomst ook energie.  
De overheid heeft diverse steunpakketten beschikbaar gesteld om de gevolgen van corona voor de jeugd te beperken. Een belangrijke is het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) voor de periode medio 2021 - medio 2023. Het doel van het NPO is om de opgelopen leervertraging als gevolg van de coronapandemie terug te dringen. Het accent van het NPO ligt niet eenzijdig op leerprestaties, maar is nadrukkelijk ook gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling en het mentale evenwicht van de kinderen. Het overgrote deel van de middelen gaat rechtstreeks naar het onderwijs. Gemeenten ontvangen middelen om aanvullende maatregelen te treffen in aansluiting op de schoolprogramma’s van primair en voortgezet onderwijs (po en vo). Van gemeenten wordt verwacht dat zij zorgen voor samenwerking tussen verschillende uitvoerende partijen.
De extra middelen zetten wij in om die doelen en acties te versterken die vanuit het UPJO al in gang gezet zijn. Het NPO fungeert daarbij als vliegwiel. Door te versterken van wat we toch al (willen) doen, zorgen we voor borging op langere termijn. Bij de uitvoering van activiteiten kiezen we voor een wijkgerichte aanpak. Voor het PO maken we gebruik van de ABC structuur waarin kinderopvang, onderwijs en welzijn vertegenwoordigd zijn. Wijkteam en GGD sluiten aan bij deze structuur zodat alle ‘kernpartners’ betrokken zijn.
In het voortgezet onderwijs bouwen we voort op de ervaringen met het IJslands preventiemodel. Op schoolniveau sluiten we aan bij de behoefte van de school. Met school en partners in de stad hebben we afspraken gemaakt over in te zetten interventies.
Daarnaast worden andere activiteiten extra ingezet, die een bijdrage leveren aan het beperken van de gevolgen van corona. Voorbeelden zijn: huiswerkbegeleiding, voorlichting en workshops LHBTI+ op scholen of het versterken ouderbetrokkenheid nieuwkomers.