Paragrafen

Lokale Lasten

Portefeuillehouder

Wethouder Willem-Jan Stegeman

Doelstellingen

  • Lasten die reëel zijn bij het voorzieningenniveau. Bij de kwaliteit en het voorzieningenniveau van een stad als Amersfoort horen lokale lasten die beperkt blijven, maar wél reëel en op een gemiddeld niveau zijn.
  • Kostendekkend opleggen van rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges/retributies.

Algemeen

De lokale heffingen zijn de belangrijkste bron van inkomsten van de gemeente, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Er zijn twee soorten gemeentelijke heffingen: rechten en belastingen. Bij 'rechten' is sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de opbrengsten niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente hiervoor maakt. De afvalstoffen- en rioolheffing zijn hier voorbeelden van. Bij 'belastingen' is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. De onroerende-zaak-, precario-, honden- en toeristenbelastingen zijn hier voorbeelden van.
Amersfoort voert de belastingen en heffingen zelf uit. Van de Waarderingskamer heeft Amersfoort het oordeel ‘goed’ behouden. De Waarderingskamer is de toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ.

Onze inzet

Ten aanzien van corona heeft Amersfoort, waar mogelijk op het gebied van belastingen, maatregelen getroffen. Om ondernemers tegemoet te komen zijn er ook in 2021 enkele maatregelen getroffen. Er is besloten geen precariobelasting te heffen over extra vierkante meters terras en de periode dat de terrassen gesloten waren. Verder zijn de aanslagen voor de reclamebelasting later verzonden en worden de aanslagen precariobelasting pas in 2022 verstuurd. In het licht van het ondersteunen van ondernemers en andere gedupeerden worden betalingsregelingen overeengekomen en wordt veel maatwerk toegepast.
Duizenden ouders zijn getroffen door de problemen met de kinderopvangtoeslag, de toeslagenaffaire. De Belastingdienst/Toeslagen compenseert hen daar financieel voor. We bieden ondersteuning aan gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire. Binnen de gemeentelijke heffingen gaat het om ca. 275 gedupeerden, met in totaal 362 vorderingen. Voor deze dossiers wordt gezocht naar passende oplossingen.

In het kader van de digitale toegankelijkheid en dienstverlening wordt jaarlijks gebruik gemaakt van de berichtenbox van MijnOverheid. Bijna 50% van alle aanslagen werd digitaal verzonden. In 2021 heeft er een verdere doorontwikkeling van de digitale belastingbalie plaatsgevonden. Hierdoor is de digitale dienstverlening voor inwoners en bedrijven rondom het proces van waarderen, heffen en innen 24/7 bereikbaar. Inwoners kunnen bijvoorbeeld digitaal hun aanslagen en taxatieverslagen raadplegen, wijzigingen doorgeven en betalen via iDeal.

Lokale lastendruk

We geven via dit onderdeel inzicht in de lokale lastendruk. De woonlasten omvatten het totaal van de gemiddelde aanslag onroerendezaakbelasting eigenaar woningen (OZB), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor één en meerpersoonshuishoudens.
Het is mogelijk dat gegevens in dit overzicht niet overeenkomen met gegevens zoals opgenomen in de begroting en belastingvoorstellen voor datzelfde jaar in een vorige editie van het overzicht. Dat komt doordat voor een aantal onderliggende gegevens (met name de gemiddelde woningwaarde) pas met enige vertraging gegevens beschikbaar zijn. Voor elke versie van dit overzicht wordt steeds de meest actuele cijfers gebruikt die beschikbaar zijn.
De ontwikkelingen in de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing worden in het volgende overzicht weergegeven. Voor de berekening van de rioolheffing en OZB is uitgegaan van een gemiddelde woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 331.000 (prijspeil 1 januari 2020, CBS). In de begroting gingen we nog uit van een gemiddelde WOZ-waarde van € 278.000 (prijspeil 1 januari 2019) in de belastingvoorstellen werd nog uitgegaan van een gemiddelde WOZ-waarde van € 321.000.
Met name de stijging van de afvalstoffenheffing heeft gezorgd voor de stijging van de lokale lasten voor inwoners. De afgelopen 12 jaar heeft de gemeente profijt gehad van lage tarieven voor verwerking van GFT en restafval. In 2021 is hier een einde aan gekomen. De fors stijgende kosten voor verwerking van huishoudelijk afval in samenhang met de toenemende hoeveelheid te verwerken afval zijn verwerkt in de vastgestelde tarieven. Overigens kan de feitelijke lastenontwikkeling per huishouden anders zijn dan hieronder beschreven.

Tabel: PL.01 Lastenontwikkeling burgers
(bedragen x € 1,--)

Eenpersoonshuishoudens

2020

2021

Ontwikkeling

OZB-gebruikersdeel

0

0

0,0%

Rioolheffing-gebruikersdeel

59

60

1,7%

Afvalstoffenheffing

216

252

16,7%

Lasten huurders

275

312

13,5%

OZB-eigenarendeel

368

385

4,6%

Rioolheffing-eigenarendeel

73

74

1,4%

Meerpersoonshuishoudens

2020

2021

Ontwikkeling

OZB-gebruikersdeel

0

0

0,0%

Rioolheffing-gebruikersdeel

59

60

1,7%

Afvalstoffenheffing

266

343

28,9%

Lasten huurders

325

403

24,0%

OZB-eigenarendeel

368

385

4,6%

Rioolheffing-eigenarendeel

73

74

1,4%

Lasten eigenaren / bewoners

766

862

12,5%

Vergelijking woonlasten

Als bron voor vergelijkende cijfers wordt onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
Sinds 2002 stelt COELO jaarlijks een overzicht op van de kerngegevens betreffende de belastingen in de grote gemeenten. Onder grote gemeenten worden provinciehoofdsteden en gemeenten met ten minste 90.000 inwoners gerekend.
In voorgaande jaren ging COELO uit van de gemiddelde WOZ-waarde van koop- en huurwoningen samen omdat niet bekend was wat de gemiddelde waarde was van alleen koopwoningen. Sinds 2022 publiceert het CBS de woningwaarden ook uitgesplitst. Omdat de ozb naar de mening van het COELO alleen wordt betaald door huishoudens met een koopwoning, gebruiken zij deze waarde nu als uitgangspunt. De gemiddelde betaalde ozb is daarom her-berekend evenals de rioolheffing als deze afhankelijk is van de WOZ-waarde. Het gevolg van deze berekening is dat de berekende woonlast qua OZB en Rioolheffing niet overeenkomen met hetgeen in de begroting is gecommuniceerd.
Om toch een goede vergelijking te kunnen maken is aansluiting gezocht bij de Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen per gemeente zoals het CBS deze heeft gepubliceerd. In onderstaand overzicht is een selectie van vergelijkbare gemeenten met dezelfde omvang als Amersfoort opgenomen. Verder is voor het totaal van de onroerendezaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing een gemiddelde per inwoner opgenomen.

Tabel: PL.02 Gemiddelde lastendruk per inwoner
(bedragen x € 1,--)

2020

2021

Utrecht (gemeente)

525

576

Arnhem

538

548

Amersfoort

497

538

Apeldoorn

528

535

Zwolle

501

522

Zaanstad

502

520

Haarlem

486

510

s- Hertogenbosch

443

452

In de volgende tabel wordt de woonlasten voor één en meerpersoonshuishoudens weergegeven. het totaal van de gemiddelde aanslag onroerendezaakbelasting eigenaar woningen (OZB), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.

Tabel: PL.03 Lastendruk huishoudens
(bedragen x € 1,--)

Woonlasten 2021 Eigenaar - bewoner

Eenpers

Meerpers

Zaanstad

859

859

Utrecht

783

833

Amersfoort

780

872

Apeldoorn

775

787

Haarlem

751

893

Arnhem

694

711

Zwolle

644

702

's-Hertogenbosch

555

624

Woonlasten 2021 Huurders

Eenpers

Meerpers

Zaanstad

586

586

Apeldoorn

366

378

Utrecht

295

345

Amersfoort

288

379

Haarlem

270

412

's-Hertogenbosch

254

310

Zwolle

233

291

Arnhem

230

247

Overzicht belastingopbrengsten

In tabel PL.04 wordt een overzicht weergegeven van de in 2021 gerealiseerde baten uit de gemeentelijke heffingen. In het vervolg van deze paragraaf worden de Amersfoortse heffingen nader toegelicht.

Tabel: PL.04 Overzicht belastingopbrengsten

Begroting 2021

Realisatie 2021

Verschil

Afvalstoffenheffing

21.237

21.144

-94

Hondenbelasting

724

720

-4

OZB

49.718

50.508

790

Precariobelasting

736

1.290

555

Rioolheffing

13.684

14.126

442

Toeristenbelasting

300

300

0

Afvalstoffenheffing

Algemeen

De afvalstoffenheffing wordt kostendekkend geheven. Dat wil zeggen dat ook de kwijtschelding, oninbaarverklaringen en een deel van de kosten van straatvegen door worden berekend in de tarieven. Dit beleid van volledige kostendekking hebben wij ook in 2021 voortgezet. De gehanteerde heffingssystematiek met twee tarieven, een (lager) tarief voor eenpersoonshuishoudens en een (hoger) tarief voor meerpersoonshuishoudens, is ook in 2021 gehanteerd.

Kostenontwikkelingen

In 2021 vallen de totale lasten voor afvalinzameling lager uit dan geraamd. Op de afvalinzameling en verwerking hebben we een batig saldo van € 526.000. Het batige saldo op de afvalstoffenheffing komt voornamelijk door extra opbrengsten PMD en staat toegelicht in programma 1.1.4 Milieu. We hebben voor de afvalstoffenheffing geen voorziening. Voordelen hierop vallen dus vrij in de het jaarrekeningresultaat.

Tabel: PL.05 Kostenbasis afvalstoffenheffing

Begroting 2021

realisatie 2021

Afwijking

AVU

6.509

5.902

607

ROVA

8.949

9.569

-620

Zwerfafval

1.130

1.130

0

Compensabele BTW

3.328

3.244

84

Oninbaar

19

72

-53

Kwijtschelding

1.221

1.119

102

Overige kosten

1.330

1.376

-46

Opbrengst oud papier en PMD

-1.249

-1.701

452

Totale kosten

21.237

20.711

526

Opbrengst afvalstoffenheffing

21.237

21.144

93

Verschil

0

-433

433

Hondenbelasting

De hondenbelasting wordt geheven voor het houden van een hond. De opbrengst valt toe aan de algemene middelen van de gemeente. In het voorjaar en in het najaar voeren we een hondencontrole. Hondenbezitters betalen in 2021 per hond € 93,36 per jaar.

Onroerende-zaakbelasting (OZB)

Op 31 januari 2021 hebben eigenaren en gebruikers van woningen en niet-woningen de aanslag gemeentelijke belastingen en WOZ-beschikking 2021 ontvangen. Dit is ruim binnen de in de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) voorgeschreven termijn van acht weken na aanvang van het kalenderjaar. Het betreft een WOZ-waarde naar peildatum 1 januari 2020. We hebben in 2021 meer aanslagen opgelegd dan begroot.
Omdat de OZB geheven wordt op basis van de vastgestelde waarde is ook de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen van belang. Woningen laten tussen de peildatum en de vorige peildatum (1 januari 2019) een waardestijging zien van gemiddeld 8,1%. Bij niet-woningen was er sprake van een lichte daling van gemiddeld 0,8%. In totaal zijn er 77.412 waardebeschikkingen verzonden.
Inwoners en bedrijven maken sinds enkele jaren meer bezwaar tegen de WOZ-beschikking. In 2021 hebben we extra ingezet op het verminderen van het aantal bezwaren en informeel contact met de belastingplichtige. Mede door het vooroverleg met enkele accountantskantoren is er een daling van 53,5 % bezwaren tegen de waarde van niet-woningen gerealiseerd. Echter zien we voor niet-woningen het aantal beroepszaken en complexe zaken toenemen. Bij de niet-woningen is in 29,9% van bezwaren de waarde verlaagd. In 2020 bedroeg dit nog 11,9%.
Voor woningen ontvingen we 2,8% meer bezwaren. Naar aanleiding van de woningbezwaren is voor 32,1% van de woningen de waarde verlaagd. Vorig jaar was dit nog 34,6% . Landelijk gezien zitten we met de bezwaarschriften iets onder het gemiddelde, bij de woningen -0,6% en de niet-woningen -0,1%. Van de ingediende bezwaren per object kwam 60% van een NoCureNoPay buro, 17% van een andere gemachtigde (Accountants, Fiscalisten, administratiekantoren etc.) en 23% door belastingplichtige zelf. De bezwaarschriften waren vóór de wettelijke termijn van 31 december 2021 afgehandeld.
We gebruiken de WOZ-waarde in Amersfoort voor de OZB, rioolheffing en reclamebelasting. Naast de gemeentelijk heffingen wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor de watersysteemheffing (waterschap), eigenwoning forfait inkomstenbelasting, verhuurdersheffing, erfbelasting, hypotheekaanvragen en voor de bepaling van de maximale huur in het woningwaarderingsstelsel.

Precariobelasting

We heffen precariobelasting als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. Voorbeelden van belaste voorwerpen zijn kabels en leidingen, terrassen, bouwmaterialen, zonneschermen, luifels, lichtreclames en vlaggen.
Het Rijk heeft de precariobelasting voor ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven beperkt. Gemeenten die deze belasting in 2016 al hieven mochten deze nog tot en met 2021 blijven heffen met maximaal het tarief dat gold in 2016. Amersfoort valt binnen deze overgangsregeling. In de kadernota 2018-2022 is besloten de precario voor nutsbedrijven vanaf 2019 in vier gelijke tranches af te bouwen en de vermindering van de precario op te nemen in de OZB.
Gebleken is dat de precariobelasting voor ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven incidenteel € 575.000 hoger uitvalt dan geraamd. Dit komt doordat het tarief in de precariobelasting-verordening 2021 per abuis niet is gewijzigd. Hier is de Raad op 14 september 2021 over geïnformeerd (RIB 2021-086).

Rioolheffing

 

Algemeen
De rioolheffing wordt geheven voor bekostiging van beheer en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Evenals de afvalstoffenheffing is de rioolheffing kostendekkend. De kosten van kwijtscheldingen, oninbaarverklaringen en het grondwaterbeheer zitten in deze heffing verwerkt, als ook een deel van de kosten voor straatreiniging/zwerfafval. Voor de rioolheffing geldt dat de aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde van het pand. De hoogte van de tarieven is daarom afhankelijk van de uitkomst van de herwaardering.
Kostenontwikkelingen
De opbrengst rioolheffing viel hoger uit ten opzichte van de raming, € 442.000. Dit wordt volledig veroorzaakt door hogere opbrengsten. Conform de nieuwe BBV-notitie lokale heffingen 2021 worden gerealiseerde afwijkingen als gevolg van voordelige aanbestedingsresultaten, efficiencyvoordelen of een hogere gerealiseerde capaciteit (meer aansluitingen en hogere WOZ waarde waar het tarief op gebaseerd is) niet meer meegenomen in de dotatie of onttrekking aan de egalisatievoorziening riolering. De Raad heeft voor deze voordelen een reserve Riolering ingesteld.
De begrootte dotatie aan de voorziening riolering wordt gebruikt voor renovatie, vervanging en verbetering van de riolering. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is opgenomen welke maatregelen en investeringen hiervoor nodig zijn en wanneer deze uitgevoerd zouden moeten worden. Zie hiervoor ook paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en de toelichting op de voorzieningen.
De werkelijke dotatie aan de voorziening riolering is hoger dan begroot. Dit komt doordat de werkelijke kosten die onderdeel uitmaken van de rioolheffing lager waren dan begroot, door voornamelijk minder benodigde inspecties en reiniging van het rioolstelsel en minder noodzakelijk onderhoud van de rioolgemalen. Conform de nieuwe BBV-notitie lokale heffingen 2021 mogen deze voordelen worden gedoteerd aan de voorziening middelen derden riolering.

Tabel: PL.06 Kostenbasis rioolheffing

Begroting 2021

realisatie 2021

Afwijking

Dotatie voorziening riolering

5.573

6.281

-708

Kwijtschelding

152

151

1

Oninbaarverkaringen

15

27

-12

Straatreiniging

706

706

0

Beheer wegen en watergangen

842

842

0

Compensabele BTW

1.973

1.939

34

Overige kosten

4.423

3.738

685

Totale kosten

13.684

13.684

0

Opbrengst rioolheffing

13.684

14.126

-442

Verschil

0

-442

442

Toeristenbelasting

Vanaf 1 juli 2021 heeft Amersfoort Toeristenbelasting ingevoerd. Personen die verblijf houden binnen de gemeente, maar zelf geen ingezetene zijn van de gemeente, kunnen de belasting opgelegd krijgen. Het idee achter toeristenbelasting is dat een toerist niet in de gemeente woont en dus niet financieel bijdraagt aan, maar wel gebruik maakt van de aanwezige gemeentelijke voorzieningen.

Kwijtscheldingen

Evenals in voorgaande jaren zijn de maximale mogelijkheden tot het verlenen van kwijtschelding benut. Kwijtschelding is mogelijk voor de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (max.1 hond). Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan houden wij rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals die normatief zijn opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Van de mogelijkheid om lagere normen (90% of 95%) te hanteren is bewust geen gebruik gemaakt teneinde ruimhartige kwijtschelding te kunnen verlenen. Ook ondernemers kunnen voor kwijtschelding van de privé-aanslag in aanmerking komen. Aan bijstandsgerechtigden, inwoners die uitsluitend een AOW-uitkering hebben en ondernemers met een BBZ-uitkering is in de regel geautomatiseerd kwijtschelding verleend. Deze groep van ongeveer 3.600 belastingschuldigen, hoefde dus geen verzoek om kwijtschelding in te dienen.

Deze pagina is gebouwd op 06/21/2022 11:21:45 met de export van 06/21/2022 09:09:50